Vertaal
Vertalingen ergens uitscheuren NL>DE
ergens uitscheuren (ww.) abreißen (ww.) ; abtragen (ww.) ; abwracken (ww.) ; ausreißen (ww.) ; entnerven (ww.) ; niederreißen (ww.) ; wegreißen (ww.) ; zehren (ww.) ; zerfetzen (ww.) ; zerlegen (ww.) ; zerreissen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `ergens uitscheuren`
Voorbeeldzinnen laden....